Oud-premier Jean-Luc Dehaene is donderdag tijdens een bedrijfsbezoek in Bretagne Frankrijk overleden. Hij is onwel geworden toen hij een bezoek bracht aan de koekjesfabriek Le Glazik van de Lotus-groep in Briec (Bretagne). De oud-premier, die tot maart 2011 bestuurder was bij Lotus, gaf een vermoeide indruk bij zijn aankomst aan de fabriek en het bezoek werd snel ingekort, vertelt fabrieksdirecteur Marc Berger.
Jean-Luc Dehaene bezocht de fabriek in Briec in het gezelschap van zijn echtgenote en een vriend. "Zijn bezoek was al twee weken voorzien", zo stelde Berger, die de staatsman ontving bij zijn aankomst aan de fabriek. "Hij was vermoeid en werd kort na het begin van het bezoek onwel."
De verantwoordelijken van de fabriek staakten het bezoek en belden een ambulance, die Dehaene overbracht naar het ziekenhuis van Quimper. Daar overleed hij.
Op 23 mei staatsbegrafenisin Vilvoorde
Jean-Luc Dehaene zal op 23 mei een staatsbegrafenis krijgen in Vilvoorde. Het lichaam van de voormalig premier zou dankzij ingrijpen van de ambassade nu toch snel gerepatrieerd kunnen worden. Dehaene stierf gisteren in Frankrijk.
Een bijzonder staatsman
Dehaene, die geboren werd op 7 augustus 1940 in Montpellier, werd in 1981 voor het eerst minister. Van 1992 tot 1999 was hij premier van ons land, waarna hij ook tot minister van Staat werd benoemd. Tussen 2000 en 2007 was hij burgemeester van Vilvoorde.
De laatste jaren zat hij, naast in het Europees Parlement, ook in verschillende raden van bestuur, wat hem - met zijn ACW-verleden in het achterhoofd - soms wel wat kritiek opleverde. Daarnaast werd hij door de regering-Leterme gevraagd om bestuurder te worden van Dexia, ook een taak die hem achteraf zuur opbrak.
Dehaene stond bekend voor zijn rechttoe-rechtaanstijl en werd in en rond de Wetstraat beroemd en berucht met zijn vele varianten op "problemen oplossen als ze zich stellen" of "geen commentaar". Hij weigerde ook te antwoorden op hypothetische vragen.
Dehaene was samen met zijn vrouw Celie een fervente Club Bruggesupporter. Hij zou ooit gezegd hebben dat hij een nederlaag van zijn voetbalclub erger vond dan de val van de regering.